1928 muziek Louis de Morée  -  tekst Smits-van Waesberghe Te midden van de paarse heide, Waar samenstromen Mark en Aa, Daar ligt geroemd door alle tijden Onz’ eigen stad, ons fier Breda. Breda vooruit !  de klokken luiden, Breda, gij blijft de schoonste stad van ’t Zuiden. Zo lang daar rond den slanken toren, Nog klopt het echt Bredasche bloed, Gaat nimmer d’eigen aard verloren, Die jolig is en blijven moet. Breda vooruit !  de klokken luiden, Breda, gij blijft de parel stad van het Zuiden. Vanuit onz’ oude Vestingwallen, Ontplooide zich der Vad’ren strijd. Door moed, beleid en trouw van allen, Naar Neerland’s onafhankelijkheid ! Breda vooruit, de klokken luiden, Breda, gij blijft de Mauritsstad van het Zuiden. Wij juichen, trouw aan de Historie Gebonden aan de Nassau-stam. Nu over oude Oranje glorie, Een nieuwe zonne stralen kwam. Breda vooruit !  de klokken luiden, Breda, gij blijft de Oranjestad van het Zuiden.